Artwork for podcast Noorderlab
Maaike Oosterveer ‘zoomt in op kweeklever voor betere stofwisseling’
Episode 428th June 2022 • Noorderlab • Science LinX
00:00:00 00:15:15

Share Episode

Shownotes

Noorderlab is de podcast voor nieuwsgierige Noorderlingen. Elke episode geeft een kijkje in één van de laboratoria van de Rijksuniversiteit Groningen. Onderzoekers vertellen over hun werk achter de schermen en over datgene wat hen drijft. En dat in een informeel studenten kwartiertje waarbij PodGront host Amanda Brouwer de herkenbare voice-over rol vervult. In het eerste seizoen staat het Stratingh Institute for Chemistry centraal met elke maand een speciale episode.

Een stofwisselingsziekte verstoort niet alleen je bloedsuikerspiegel, maar kan ook levensbedreigende complicaties opleveren op de lange termijn, zoals flauwvallen, epileptische aanvallen of in coma raken. In het lab zoomt Maaike Oosterveer daarom in op mini-organen zoals kweeklevers. In combinatie met proefdieronderzoek komt ze zo meer te weten over ziekten, zoals leverkanker, ten gevolge van langdurige stofwisselingsaandoeningen. 

Deze podcast is ontwikkeld door Science LinX, het science center van de Faculty of Science and Engineering van de Rijksuniversiteit Groningen. De podcast is mede mogelijk gemaakt door het Koninklijk Natuurkundig Genootschap en geproduceerd door productiehuis PodGront.

Volg Noorderlab op de Science LinX kanalen:

Website: www.rug.nl/noorderlab

Instagram: www.instagram.com/sciencelinx/

Twitter: twitter.com/sciencelinx

En abonneer je hier op de Science LinX nieuwsbrief


Transcripts

[:

Leuk dat je luistert.

[:

Mag ik es een keer naar, met je mee, naar het lab, waar die waar die proefdieren dan zijn. Want ik ben zo benieuwd!

[:

Wij geven jou een uniek kijkje in de wereld van experiment, onderzoek en de drijvende krachten achter de kennis van morgen.

[:

Als kinderen last hebben van zo'n of lijden aan zo'n stofwisselingsziekte dan, gaat dat ook soms gepaard met ja, een leven lang, complicaties.

[:

We interviewen onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen over wat hun werk inhoudt en waar hun inspiratie vandaan komt.

[:

Maar ik ben optimistisch en opportunistisch, want ook dat moet je zijn als wetenschapper, denk ik.

[:

Altijd meer willen weten? Dan zit je hier goed. Welkom bij Noorderlab. In deze aflevering hoor je Maaike Oosterveer.

[:

Ik ben werkzaam als onderzoeker bij de afdeling Kindergeneeskunde in het UMCG.

[:

We gaan het met haar hebben over stofwisselingsziekte, want dat heeft haar hart. Ze werkt niet als arts, maar functioneert op de achtergrond.

[:

Dat betekent dat wij onderzoek doen op het lab naar stofwisselingsziekten, dus dat zijn aandoeningen die vaak al beginnen in hele jonge kinderleeftijd. Zijn aangeboren stofwisselingsziekten hebben het dan over. Want stofwisselingsziekte is een heel ruim begrip.

[:

Daar willen we natuurlijk alles over weten. En daarom. First things first. Wat is een stofwisselingsziekte?

[:

Een stofwisselingsziekte is eigenlijk, een een aandoening waarbij eigenlijk een chemische reactie en omzetting van de ene voedingsstof of metaboliet zoals we dat dan noemen en in de stofwisseling in de andere, dat die niet goed verloopt. Dat komt vaak omdat een eiwit, dus een een katalysator, een enzym ook wel genoemd, dat ie hè stofje x in stofje y omzet. Dat dat op het niveau van het DNA dat dat niet goed dat daar mutatie zit. Een foutje in het genoom waardoor dat eiwit niet goed wordt aangemaakt eigenlijk.

[:

Concreet kan dit bijvoorbeeld betekenen dat iemand een veel te lage bloedsuikerspiegel heeft en dat kan gevaarlijk zijn.

[:

Nouja dan kun je flauwvallen. Kun je als dat wat langer duurt, zelfs epileptische aanvallen van krijgen in coma raken. Zeker bij pasgeborenen, hele kleine kinderen die heel regelmatig hele hoge eigenlijk energiebehoefte hebben en ook veel warmte verliezen, zo'n klein babytje. Is best wel belangrijk dat die bloedsuikerspiegel op peil kan worden gehouden. En als dat dus niet goed gebeurt, wat in van die specifieke aandoeningen dus het geval is dan ja, dan is het risico op dit soort problemen heel erg groot.

[:

Maaike leerde voor het eerst meer over stofwisselingsziekte tijdens haar promotie traject, toen ze vooral fundamenteel onderzoek deed. Al had haar interesse voor onderzoek in eerste instantie niet heel veel te maken met die stofwisselingsziekte.

[:

Dan moet ik meteen denken aan de brief die ik schreef toen ik solliciteerde voor een promotie plek hier in Groningen. Dat weet ik nog heel goed. En ik herinner me dat ik daarin heb geschreven dat ik, nou, ik had natuurlijk al in mijn studie tijdens mijn studietijd in Wageningen het een en ander gedaan aan onderzoek en ik realiseerde me dat ik gewoon zo ontzettend leuk vond om steeds, als ik dan een deur door was gelopen, hè met andere woorden als ik een klein stukje had opgelost dat ik dan weer vier deuren zat en dat ik dan soort van, mocht of kon kiezen welke ik nu weer ging opendoen. Welke vraag ik nu beantwoord zou willen hebben, en het is denk ik dat is wat ik het meest waanzinnige vind. Ik ik omarm het echt. Dat je ja dat iedere vraag, ieder antwoord tien nieuwe vragen met zich meebrengt. Ik heb het ook in mijn proefschrift, volgens mij voorin m'n proefschrift zoiets geschreven van, zolang ik kan blijven zweven tussen vraag en antwoord door, hou ik m'n leven op de rails, maar zit ik nergens in het spoor.

[:

Nou, ik denk dat dat dat, dat is een quote van, volgens mij Veldhuis en Kemper of zoiets. Dat dat kenmerkt, denk ik, de wetenschapper in mij, dat is wat ik het allerleukst vind.

[:

Door het enthousiasme zou je bijna vergeten om wat extra vragen te stellen. Bijvoorbeeld waar houdt Maaike zich met haar onderzoek naar stofwisselingsziekten nou heel concreet mee bezig?

[:

Belangrijkste wat we nu doen is, dat we eigenlijk beter willen begrijpen, ik heb het gehad over complicaties waar mensen tegenaan lopen als ze eigenlijk meer op, voor langere tijd bij een bloot te maken hebben gehad met met met die verstoorde stofwisseling. Nou, een van die ziekten is dus een aandoening waarbij, 't glycogeen, wat eigenlijk een reserve is van suiker in je in, in je, in je bepaalde organen in je lichaam en dat je dat niet goed kan afbreken. En nou dus een eerste, direct gevolg is dus die lage bloedsuiker, want glycogeen, als je dus vast of als je rust bijvoorbeeld in de nacht, een periode tussen twee maaltijden eigenlijk, dan zorgt dat glycogeen ervoor dat je bloed normaal gesproken dat je bloedsuikerspiegel op een bepaald niveau wordt gehouden. Dat is bij jou zo, dat is bij mij zo. Alleen die die patiënt met die aandoening. Die kunnen dat dus minder goed, waardoor ze heel snel 't risico lopen om zo'n hele lage bloedsuiker te krijgen.

[:

Glycogeen, dat is een reserve voorraad suiker die iedereen in ons lichaam heeft. Mensen met een stofwisselingsziekte, dus ook.

[:

Die voorraad is er. Alleen hij kan niet worden benut. Zo moet je 't zien. Precies. Ja, de de de, ja, de energie, kan niet worden benut. Die lage bloedsuiker, dat is heel ernstig. Dat kan heel acuut levensbedreigend zijn. Maar op de lange termijn zien we allerlei problemen, gaan de organen vooral waarin dat glycogeen dan dus blijft zitten, dus stapelt, die gaan, ja, heel, die verslechteren in functie.

[:

Dat heeft gevolgen voor de gezondheid van de patiënt. Die lage bloedsuiker kan op korte termijn heel ernstig en zelfs levensbedreigend zijn. Daar is wel wat aan te doen, want de stoffen die iemand met de ziekte niet zelf kan maken, kunnen ze alsnog innemen door bijvoorbeeld voedsel met veel koolhydraten te eten. Op die manier kan het acute levensgevaar weggenomen worden. Maar dan is het volgens Maaike nog niet klaar. Integendeel.

[:

Dan komen die complicaties in beeld. Want als iemand dan de puberteit heeft doorgemaakt en jongvolwassen is, dan zien we zie je gewoon bij een heel groot deel van de patiënten dat ze levertumor dus dat ze leverkanker krijgen bijvoorbeeld. Al best wel jong, echt wel, ja, nou, als jongvolwassene is het tussen hun twintigste en de dertigste. In het onderwijs zeg ik altijd ja, jullie groep. En dat is misschien best confronterend, maar om het iets concreter te maken.

[:

Voor de langere termijn, spelen er dus andere gezondheidsrisico's.

[:

Het is, geeft toch wel aanleiding soms tot dat dat mensen een operatie moeten ondergaan dat toch dat deel van de lever waar die waar veel tumoren zitten verwijderd moet worden. En dat ze soms zelfs getransplanteerd moeten worden. Ja, dat zijn hele ingrijpende, ja, gevolgen eigenlijk van van deze ziekte. Wat wij heel graag zouden willen oplossen is van hoe komt dat nou? Dat die stapeling van dat glycogeen om misschien die lage bloedsuikerspiegels, dat weten we niet eens, hè die dingen gaan, die tweede zaken, die gaan altijd samen op, dus, het is ook heel lastig om nu te weten van het komt echt daardoor of daardoor.

[:

Voor Maaike zijn er dus eigenlijk twee hoofdvragen.

[:

Hoe werkt het? Dat is voor de wetenschapper en de directe daar, een gevolg daarvan is denken wij nou ja, dat die die zo opportunistisch zijn, we als we begrijpen hoe het werkt, dan kunnen we d'r ook wat aan doen.

[:

Langzaam maar zeker vordert het onderzoek naar de gevolgen van stofwisselingsziekten. Met stapje bij beetje ook resultaat.

[:

We zijn echt wel een paar stappen dichterbij gekomen. En ja, wat is dat nou? Waardoor die die die die kanker ontstaat in dit geval, heeft het meer met de bloedsuiker te maken? Of ja wat is 't, wat gebeurt er nou in de in het orgaan zelf?

[:

In het lab werkt Maaike met cellen in een kweekbak, waarin ze heel erg probeert in te zoomen. Letterlijk in de hoop te kunnen ontdekken wat er nou werkelijk gebeurt in zo'n cel. Het liefst gebruiken ze daar uiteraard cellen voor die afkomstig zijn van iemand met een stofwisselingsziekte.

[:

Het lastige is dat als je die lever, want het gaat over lever, want ze krijgen leverkanker. Als je die levercellen eigenlijk uit het lichaam haalt, dan gaan ze zich anders gedragen. Dan missen ze hun buren, en dan, als je ze dan, missen ze allerlei signalen die ze eigenlijk vanuit de bloed krijgen van hormonen of van andere voedingsstoffen. En dan gaan ze eigenlijk, ja veel minder op, een levercel lijken zoals die zich in het lichaam gedraagt en één, juist die glycogeen afbraak, dus die functie die verstoord is, die verliezen ze, die die functie, die wordt eigenlijk helemaal niet meer belangrijk in die kweekbak, want wat we eigenlijk ook doen in zo'n kweekbak is dat we daar een medium hè, een een een een vloeistof op gooien waar van alles in zit om ze vooral in leven te houden. Dus ze zitten vaak, zit barstensvol met voedingsstoffen, dus de ze hebben helemaal de noodzaak niet meer om die functie uit te gaan voeren, die we juist willen bestuderen.

[:

Om toch verder te kunnen komen is er gelukkig een andere methode gevonden.

[:

We zijn wel begonnen, nu ook met het maken van de mini organen. Dat is zijn aantal, groepen in Nederland heel actief, al al jaren, in 't Hubrecht onder andere om om te kijken of je toch ja, betere eigenlijk modellen kan maken voor organen in een kweekbakje en ook hier in 't UMCG wordt daar wel veel actief onderzoek al naar gedaan. Dus wij zijn een, en dat ontwikkelt zich ontzettend snel. Nederland is, heeft daar echt wel, ja voorloper zeg maar in dit domein, en, nou dat is ontzettend, goed om te zien ook omdat dat dat eigenlijk natuurlijk het proefdier gebruik gaat verminderen. Dit zijn hele positieve ontwikkelingen en en nou een van die ontwikkelingen is dat die functie die ik zo hè die dus tot tot tot voor kort eigenlijk onze, nou ja, vertrouwen in deze, in dit soort modellen beperkte, die lijkt door door het aanpassen van hè die die die condities waarin je die organen ja kweekte of behoud zeg maar, lijkt die toch weer wat terug te kunnen keren. Dus dat is supergoed nieuws. En dat hebben we omarmd, dus dat zijn we op dit moment, proberen we dat natuurlijk te gaan doen.

[:

Maar ja, tot die tijd vindt Maaike dierproeven dus zeker nog nodig. Kan dat nu echt nog niet anders?

[:

Zonder proefdieren kunnen wij deze ziekte nog onvoldoende bestuderen. Hè Ik vertelde al heel veel over de beperkingen die we in een kweekbakje ervaren. Die hebben we echt nog niet allemaal overkomen en we beginnen pas maar maken van die mini organen. Daarbij kan je je ook voorstellen. Organen communiceren met elkaar. Die bloedsuiker op peil houden van je bloedsuikerspiegel. Ik heb nu heel veel verteld over de lever, die heeft daar een super belangrijke rol in, maar er zijn ook andere organen die daaraan bijdragen. En die zullen ook uh, als het aan de ene kant niet goed werkt, misschien een beetje de taken overnemen. Dat soort informatie ga je, over het algemeen raak je dat kwijt als je één orgaan of één celtype gaat bestuderen in een kweekbakje, maar ook bijvoorbeeld het op peil houden van die bloedsuikerspiegel, weet dat is, zoals ik vertel. Dat is een een eerste gevolg van hè van van deze aandoening. Maar we weten ook dat d'r nog wel wat fluctuaties zijn.

[:

Hè dat die bloedsuikerspiegels nogal op en neer gaan zeg maar. En dat dat ook weer een risico op zich is. Om dat te modelleren in een kweekbakje. Dat is gewoon ontzettend lastig als je die dat effect zou willen onderzoeken. En daar daar heb je toch een intact lichaam voor nodig. Nogmaals, wij hebben nu het idee, de gedachte, de hypothese hoe je het wil noemen dat het voor de kanker dat we op z'n minst eerst in die cel willen beginnen, dat we denken dat daar, als het daar niet als er daar iets uit balans raakt, dat dat het eerste zetje geeft, zeg maar. Met die vraag kun je natuurlijk prima oplossen en misschien nog wel beter, nogmaals, met een hoge resolutie kan beter inzoomen in in een kweekbakje. Ga je het hebben over nieuwe behandeling? Het echte testen van een behandeling of een aanvullende behandeling op op op die op die, op die dieettherapie met die lange suikers. Ja, dat zul je. Dat dit wordt erg lastig in een...

[:

Je kunt de effectiviteit op dat celtype of die dat orgaan wel in dat kweekbakje eerst vaststellen. Dat zal je ook eerst doen, maar vervolgens moet je toch kijken of het niet een bijwerking geeft op een ander orgaan. Dus dan zul je toch, ook voordat je naar de patiënt gaat. En dan gaan we best wel snel hoor bij dit soort aandoeningen of relatief snel zul je of kunnen. We kunnen relatief snel gaan omdat de urgentie gewoon heel groot is, maar zul je toch eerst dat in een proefdier willen doen?

[:

Wat echt een eye-opener was voor mij op een patiëntendag was denk ik de eerste patiëntendag waar ik dan stond. Als onderzoekertje ook een beetje zo van oh ja, proef nu ga oh moeten we nog hebben over. Een jonge patiënt, jaar of twintig. Op een gegeven moment aan het einde van mijn verhaal, waarin ik het onderwerp proefdieren zeg maar verweven had dat die z'n hand opstak en aan mij vroeg. Mag ik es een keer naar, met je mee naar het lab, waar die waar die proefdieren dan zijn?

[:

Want ik ben zo benieuwd hoe die, hoe die modellen van onze ziekte er dan uitzien en hoe dat dan gaat. En ik, want ik weet dat we ontzettend veel aan ze te danken hebben. En dat was zo'n ontzettende eye-opener voor mij, omdat ik een soort van voorzichtig aftastend al probeerde aan te snijden, terwijl dat voor hen een volkomen vanzelfsprekendheid was.

[:

Dit was Noorderlab over Maaike Oosterveer en haar onderzoek naar stofwisseling ziektes. Noorderlab is een podcast van Science LinX. Het science center van de Faculty of Science and Engineering van de Rijksuniversiteit Groningen en wordt mede mogelijk gemaakt door het Koninklijk Natuurkundig Genootschap (KNG) en door productiehuis PodGront. Wil jij meer weten over welk onderzoek er gedaan wordt aan de Rijksuniversiteit Groningen? Abonneer je dan op Noorderlab. Je vindt de podcast in jouw favoriete podcast app. En als je wilt, laat daar dan vooral een review achter. Dan kunnen andere mensen ons ook beter vinden. Voor nu bedankt voor het luisteren, blijf nieuwsgierig en tot de volgende Noorderlab.

Links

Chapters

Video

More from YouTube