Artwork for podcast AMS Leadership Talks
Van deeptech-innovatie naar business case | Universiteit Antwerpen
Episode 428th April 2023 • AMS Leadership Talks • Antwerp Management School
00:00:00 00:19:17

Share Episode

Shownotes

In deze aflevering van Leadership Talks hoor je Jurgen Joossens (Universiteit Antwerpen), Iris Vanaelst (Universiteit Antwerpen) en Robin De Cock (Antwerp Management School).

In hun ontwikkelingstraject leren onderzoekers hun innovaties valoriseren en vermarkten. Maar leren ze vooral zichzelf kennen.

________________

Leadership Talks is een podcast van Antwerp Management School | Stem Dorien Leyers | Productie door De Praeters

Transcripts

Dorien Leyers:

Welkom bij Leadership Talks. Een podcastreeks van Antwerp Management School. Elke aflevering hoor je een inspirerend verhaal over een bedrijf dat in co-creatie met AMS een op maat gemaakt ontwikkelingstraject creëerde en zo een uitdaging aanpakte.

Dorien Leyers:

In deze aflevering hoor je Jurgen Joossens en Iris Vanaelst van Universiteit Antwerpen en Robin De Cock van AMS. Zij vertellen over hun Dragons Den voor deep tech, een opleiding waarin onderzoekers leren hoe ze hun innovaties kunnen valoriseren of vermarkten en al doende ook zichzelf leren kennen.

Dorien Leyers:

Goeiemorgen Jurgen, Iris en Robin. Zou ik jullie mogen vragen om jullie kort even voor te stellen?

Jurgen Joossens:

Ik ben verantwoordelijk voor de dienst Valorisatie. Dat is eigenlijk de techtransfer office van Universiteit Antwerpen. Het is onze doelstelling om de resultaten van onze onderzoekers naar de maatschappij te brengen.

Iris Vanaelst:

Ik ben Iris Vanaelst, ik ben de venturing and licensing manager aan de Universiteit Antwerpen. Ik maak deel uit van het team van Jurgen. En ik richt mij vooral op het ondersteunen van onze spinoffs in wording.

Robin De Cock:

Goedemorgen, mijn naam is Robin De Cock. Ik ben professor in innovatie en ondernemerschap aan de Antwerp Management School en mijn taak bestaat er voornamelijk in om les te geven aan toekomstige ondernemers en ook onderzoek te doen naar hoe we ondernemers kunnen bijstaan in hun tocht naar impact creëren.

Dorien Leyers:

Hoe drink jij je koffie? Drink jij koffie?

Jurgen Joossens:

Ik drink koffie en liefst zo sterk mogelijk. Ik kijk altijd naar de boontjes op de verpakking. En ik drink toch wel 9 of 10 koffies om de dag succesvol rond te komen.

Iris Vanaelst:

Voor mij mag die koffie iets minder straf zijn met een wolkje melk.

Robin De Cock:

En ik drink geen koffie. Ik heb 3 jaar in Londen gewerkt. Ik heb elke morgen in mijn hotel moeten uitleggen waarom ik geen koffie drink.

Dorien Leyers:

Jurgen, als ik met jou mag starten, wat was jullie uitdaging? Waarmee zijn jullie bij Antwerp Management School terechtgekomen?

Jurgen Joossens:

We willen onze onderzoeksresultaten naar de maatschappij brengen, ofwel als een spin-off ofwel als een licentie aan een bestaand bedrijf. Maar we merken toch dat er een groot verschil is tussen het resultaat dat onze onderzoekers momenteel hebben.

Jurgen Joossens:

En het mooie innovatief resultaat in de verwachtingen van de industrie en de investeerders. Daarvoor hebben we mensen nodig van buitenaf die gewoon zijn om te pitchen naar investeerders of naar bedrijfsleiders.

Jurgen Joossens:

En daarvoor hebben we Antwerp Management School. Omdat zij juist dat soort mensen opleiden en ook juist weten wat de verwachtingen zijn van dat soort mensen.

Dorien Leyers:

Iris jij bent daar dagelijks mee bezig. Jullie geven aan de Universiteit Antwerpen natuurlijk ook opleidingen. Jullie ontwikkelen ook opleidingen. Waarom zijn jullie toch extern gegaan?

Iris Vanaelst:

Het is inderdaad zo dat wij eigen experten hebben die vooral bezig zijn met onder meer bescherming van intellectuele eigendomsrechten, enzovoort. Maar we merkten toch dat we nood hadden aan externe input. En dat is ook logisch omdat wij zeer sterk inzetten op deep tech projecten die hun vertaalslag moeten vinden naar de markt.

Iris Vanaelst:

En dat is een heel proces, zoals gezegd, aan de basis hebben we zeker de experten, maar we hebben externe expertise nodig en vandaar dat we ook uitgereikt hebben naar Antwerp Management School. Wat voor ons in het Antwerps ecosysteem ook de logische partner is.

Dorien Leyers:

En, ik blijf even bij jou. Wat onderscheid de deepdive met andere soortgelijke trajecten?

Iris Vanaelst:

Wat heel belangrijk is, is de samenwerking in de ontwikkeling van het programma, dus de co-creatie is daarin een belangrijk element. En dan is het ook niet onbelangrijk dat de tegenpartij -in dit geval de Management School- begrijpt wat de noden zijn van onze spinoff bedrijven. En dan helpt het wel dat Robin die spinoff bedrijven, die deeptechbedrijven heeft bestudeerd. Hun noden heeft geïdentificeerd, zodanig dat we samen aan de slag kunnen om dat programma vorm te geven.

Iris Vanaelst:

En om de juiste tools ook aan te reiken aan onze onderzoekers, want zij zijn experten in hun vakgebied en het komt er dan op aan om hen uit het labo te krijgen en uit hun jargon en hen eigenlijk voor een stukje te confronteren met nieuwe inzichten, frameworks, tools, canvasses.

Iris Vanaelst:

Zodanig dat ze beter gewapend zijn om hun spinoff bedrijf te gaan ontwikkelen.

Dorien Leyers:

Robin, mag ik dan vragen hoe dat die opleiding dan juist in elkaar zit?

Robin De Cock:

Dus de opleiding loopt over een aantal maanden waarop verschillende momenten de deelnemers bij ons of op externe locaties terecht kunnen. Als we spreken over de inhoud, dan gaan wij de topics behandelen die nodig zijn om van een sterk, interessant, technologisch idee te gaan naar impact. En die impact kan zijn een spin-off opstarten, kan zijn een interessante licentie deal maken of kan ook wel zijn het inzicht hebben van oké, we moeten nog wel een aantal zaken sleutelen.

Robin De Cock:

Daar ligt de lat en daar moeten we ook kunnen overspringen. Dat is de inhoud. Als we kijken naar hoe dat we dat brengen, is het natuurlijk niet op de traditionele manier waarop ik heel de tijd sta te vertellen, maar waarin dat we heel kort ingaan op wat is er academisch al onderzocht geweest en dan heel snel gaan naar wat zijn de tools die zij concreet kunnen gebruiken om hun idee naar het volgende niveau te brengen.

Dorien Leyers:

Maar ik kan me voorstellen, in dit geval, dat het toch wel vrij one-on-one moet gebeuren?

Robin De Cock:

Ja dus er is een luikje waarin dat we interessante discussies hebben over elkaars ideeën, maar er is ook een luikje waardat er one-on-one coaching is om echt specifiek hun idee te behandelen en hun idee, hun businesscase te gaan versterken. Dus dat zit ook heel hard in het programma.

Dorien Leyers:

OK.

Jurgen Joossens:

Soms moet je ook kunnen afwijken van het oorspronkelijke idee. Dus onderzoekers hebben binnen hun toepassing, hun technologie, al vaak een idee hoe dat zij dat zelf zouden willen ontwikkelen, maar eigenlijk moet je daar een abstractie van maken.

Jurgen Joossens:

Wat heeft de markt nodig? Wat heeft de maatschappij nodig? En het kan zijn dat het oorspronkelijk idee helemaal moet omgevormd worden, wel op basis van dezelfde technologie, maar met een totaal andere toepassing. Dat is ook wat we proberen in de deepdive.

Iris Vanaelst:

Onze deelnemers weten dat ook wel voordat ze daaraan beginnen. Het is zo dat zij moeten kenbaar maken dat ze een spin-off traject ambiëren, dan wel de uitwerking van een licentieovereenkomst. Dat is al een eerste selectiecriterium, zeg maar. Dus het programma staat open voor mensen met die focus.

Iris Vanaelst:

En zij weten ook dat de uitkomst kan zijn dat er eigenlijk geen levensvatbare businesscase in hun idee zit. Dat is een harde boodschap. Maar het lijkt ons beter dat we binnen de setting die we willen creëren, en dat is toch een setting van vertrouwen, om in die setting te komen tot het resultaat dat mogelijks ook negatief kan zijn. Zodanig dat wij daarbij ook wel kunnen wat ondersteunen. Maar de uitkomst kan inderdaad ook zijn dat er geen businesscase in zit.

Dorien Leyers:

Wat maakt de opleiding en de samenwerking uniek?

Iris Vanaelst:

Wat het uniek maakt, is dat we nauw samenwerken wat betreft de inhoud van de verschillende sessies. Maar dat onze deelnemers ook wel de kans krijgen om naast een dag sessie zeg maar om aan de slag te gaan met hun businesscase.

Iris Vanaelst:

Ze krijgen de tools aangereikt om dat te doen ook via de coaching, maar dan moeten ze het vooral ook zelf doen en op het moment dat men terugkeert, zeg maar, na een jaar terugzien wordt er ook gebriefd over de stand van zaken.

Iris Vanaelst:

We werken uiteraard rond deeptech. Dat kunnen we zowel cases zijn die leiden naar een spin-off, maar ook kunnen leiden tot licentieovereenkomst. Dus beiden worden daarin gecapteerd. Wat ons uniek maakt, is die nauwe samenwerking en die wisselwerking die we van in het begin zeer goed hebben kunnen opzetten.

Dorien Leyers:

Robin, is op zich elk onderzoek of elke onderzoeker geschikt voor deze opleiding?

Robin De Cock:

Ik denk het wel. Het belangrijkste is vooral de motivatie. Is die persoon bereid om het maximale te doen om zijn idee naar een hoger niveau te brengen en om te zetten in een businesscase?

Robin De Cock:

En als die dan merkt van oké, dit is niet iets wat ik alleen kan doen. Dan is ook vaak de conclusie in de opleiding van dat zijn het soort profielen die wij nodig hebben om die businesscase te kunnen uitvoeren. En dat op zich is ook een heel belangrijke conclusie van de opleiding. Zo van: dit kan het team zijn dat kan werken. Ik ga misschien als onderzoeker niet zozeer de CEO worden van dit bedrijf, maar ik ga misschien eerder de CTO rol op mij nemen. En dat op zich is al heel waardevol.

Dorien Leyers:

Dat op zich is een leerproces.

Iris Vanaelst:

Ja absoluut, daar ben ik het zeker mee eens. Ook omdat het een zeer intensieve opleiding is. De inspanning die we verwachten van onze deelnemers gaat veel verder dan hetgeen we ze aanreiken tijdens de momenten waarop we met hen samenwerken.

Iris Vanaelst:

Er is heel wat voorbereiding. Ze moeten dingen opzoeken. Dus dat vraagt een enorme investering naar tijd en dat is voor hen ook wel een belangrijk gegeven om dat te weten vooraf. Ze worden daarover uiteraard geïnformeerd.

Iris Vanaelst:

En uiteraard het team aspect is cruciaal in het mogelijks welslagen van onze spin-offs in wording. Dat is vaak ook een harde les. Omdat het best kan zijn dat de onderzoekers met bepaalde persoonlijke ambities deelnemen aan dit programma. Maar en cours de route ervaren dat dit mogelijks voor hen toch niet de juiste rol is die ze voor zichzelf hadden ingeschat.

Jurgen Joossens:

Wat belangrijk is, is passie en doorzettingsvermogen. Maar daarnaast komt ook nog het coachable aspect. Je moet je kunnen laten coachen, moet open staan voor nieuwe inzichten. Je moet dat zo maar niet aannemen, dat we verwachten we ook niet, maar je moet er wel over nadenken. Denken van: oké, wat is er nu gezegd, kan ik daar iets mee doen? Kan ik mijn case daarop aanpassen en verbeteren?

Jurgen Joossens:

En dat zien we toch wel als een bottleneck bij heel veel profielen. We zien de passie, het doorzettingsvermogen, dat zien we wel. Maar het coachable aspect is soms toch iets minder aanwezig en dat heb je nodig. Zeker als je met investeerders in zee moet gaan, dan moet je ook met die mensen rekening houden.

Dorien Leyers:

Dus het is echt wel heel op maat gemaakt hé?

Jurgen Joossens:

Het is zeer op maat gemaakt.

Dorien Leyers:

Hoe verloopt de samenwerking tussen de Universiteit en AMS? Ik zie lachende gezichten, dat is al goed?

Iris Vanaelst:

Ja, absoluut die samenwerking verloopt zeer goed. Dat heeft ook te maken met het feit dat -in het geval van het deepdive into business programma- Robin ook heel veel voeling heeft met de noden die wij hebben voor onze spin-offs. En dat is ook gedragen door de ervaring die hij heeft opgedaan in een buitenlandse setting.

Jurgen Joossens:

Het is echt een samenwerking. Dus we kunnen samen het programma maken. Het is niet een voorbereid programma dat kant en klaar wordt afgeleverd. Waar dat we samen kunnen verbeteren. We zijn al verschillende jaren bezig. We leren elke keer bij. We passen dat ook toe dan om een beter programma te hebben volgende keer.

Robin De Cock:

Het is inderdaad een co-creatie proces geweest waarin dat de Valorisatie Office ook haar eigen competenties heeft die in het programma zitten. Denk maar aan IP en dat soort zaken. Terwijl wij perfect complementaire skills hebben die we kunnen toevoegen, dus dat helpt ook heel hard.

Dorien Leyers:

Leren jullie ook bij van elkaar, puur als opleidingscentra?

Robin De Cock:

Zeer zeker ja, zoals al eerder aangegeven, wij bestuderen technologie startups en we zien nu real time, real life, die verschillende cases passeren. Elke case heeft weer iets uniek en iets anders waar we zeker van kunnen leren.

Iris Vanaelst:

Dat is ook het boeiende. Onze spin-offs zijn allemaal verschillend. Ze hebben ieder hun eigenheid. Of het nu te maken heeft met de technologie, de onderzoeker of de samenstelling van het team. En wat mij vooral enorm boeit en fascineert en ook triggert is het proces dat zij doorlopen en wij zijn preferred witnesses om dat ontstaansproces van die spin-offs om dat te zien gebeuren.

Iris Vanaelst:

Wanneer ze dan succesvol zijn, ze richten zich op, ze worden succesvolle starters. Daar kunnen wij alleen maar energie uithalen om te investeren in de toekomstige generaties spin-offs, maar ook om eruit te leren om nog beter ons opleidingsaanbod af te stemmen op de noden van onze spin-offs.

Iris Vanaelst:

Want het stopt voor ons niet bij de deepdive into business, maar het is een heel belangrijke component en we laten ze zeker niet los.

Iris Vanaelst:

We hebben ook een zeer levendige spin-off community. We stimuleren dat ook. Zodanig dat ze ook van elkaar kunnen leren en dat ook daar de lijnen kort zijn. Als ze met een zeer specifieke vraag zitten dat ze ook daar terecht kunnen bij hun collega ondernemers.

Jurgen Joossens:

Onze alumni komen ook altijd pitchen in de deepdive aan hun collega's om te zeggen wat hun ervaringen geweest zijn en hoe dat zij bepaalde zaken hebben aangepakt. Dus de connectie tussen de teams die in opstart zijn en de spin-offs die echt gelanceerd zijn, is echt wel zeer nauw.

Dorien Leyers:

Het maakt ook dat ze van elkaar weten waar ze überhaupt mee bezig zijn? Anders is iedereen op zijn eigen eiland met zijn eigen ding bezig. Jurgen, welke duurzame impact heeft die deepdive op de onderzoekers of op UA

Jurgen Joossens:

Voor ons is het belangrijk dat de onderzoeksresultaten ook daadwerkelijk door de maatschappij kunnen gebruikt worden. Dus als het geïmplementeerd wordt.

Jurgen Joossens:

Daarbij komt ook nog eens bij kijken als het naar een spin-off toe gaat of naar een bestaand bedrijf dat er ook waarschijnlijk meer werkgelegenheid wordt gecreëerd.

Jurgen Joossens:

Dus dat de mensen innovatieve jobs kunnen hebben. En uiteindelijk dat we toch proberen de levenskwaliteit met onze technologieën proberen te verbeteren.

Dorien Leyers:

Heb je daar een concreet voorbeeld van?

Jurgen Joossens:

Ja zeker. Toen ik in 2016 startte als verantwoordelijke voor de Valorisatie Office, was een van mijn eerste professoren die onze hulp inriep, Professor Maarten Weyn. Dat was iemand van IOT, onderzoeksgroep Idealab. En die kwam af dat hij een technologie had om een personeelsbudget slimmer te maken. En wat hij wou doen was in de petrochemie de personeelsleden monitoren. Dat als iemand ziek zou vallen of een ongelukje had en die viel op de grond, dat onmiddellijk kon gezien worden of dat daar een probleem was en of er hulp kon geboden worden.

Jurgen Joossens:

We dachten allemaal dat het een fantastisch idee was. We gaan het afchecken met de petrochemische industrie, maar al zeer gauw bleek dat dit een no-go was, want iemand 24 uur op 24 uur volgen waar iedereen is en wat die aan het doen is dat dit niet kon voor de regelgeving in de petrochemie en hun vakbonden en is men daar dus niet mee verder gegaan. Want dat zou veel te complex geworden zijn. Maar dat was wel door de interactie met de petrochemie. Mensen uit de petrochemie zelf die zeggen van kijk, uw technologie is heel eenvoudig.

Jurgen Joossens:

U monitort of daar iemand rechtstaat of neervalt op de grond, dus een valbeweging maakt. Zouden we dat soms niet kunnen toepassen op de kleppen, want dat is ook open en dicht en komt overeen met rechtstaan en vallen. En zo heeft men heel dat idee omgevormd en dezelfde technologie gebruikt. Maar nu kan men echt perfect de stand van de verschillende kleppen in de petrochemie – dat zijn 1000-en kleppen in de petrochemie, die vroeger moesten gemonitord worden door te gaan kijken of ze nu open of dicht staan. Vandaag kunnen ze gewoon van op afstand op hun computerscherm kijken. Oké, onze plant is veilig, want al onze kleppen staan in de juiste positie.

Robin De Cock:

Het voorbeeld toont ook zeer sterk aan dat het belangrijk is om al in een vrij vroeg stadium contact te hebben met de industrie om te weten of de technologische ontwikkeling die we doen, does it make sense om die richting uit te gaan.

Robin De Cock:

Dat zit ook zeer sterk in de opleiding waarin dat er niet enkel academici aan het woord komen en hun tools meegeven, maar ook veel industrie experts langskomen die hun coachen en hun die reality check en die feedback vanuit de markt geven.

Dorien Leyers:

Misschien nog afsluiten met een kleine blik naar de toekomst. Robin, ik vraag het aan jou. Die opleiding is altijd in evolutie. Wat is bijvoorbeeld een uitdaging voor jullie?

Robin De Cock:

Elk jaar proberen we de opleiding nog sterker te bouwen en de technologieën die uit de UA komen zitten in zeer verschillende domeinen en die technologieën zijn niet altijd snel. Het is niet altijd even duidelijk wat het valorisatiepad van die technologieën zijn.

Robin De Cock:

En voor sommigen is dat helemaal anders dan wat op dit moment in de opleiding zit. En vooral voor die technologieën denk ik dat we daar ook nog de opleiding gaan versterken om ook voor bijvoorbeeld de meer life science-achtige technologieën, om daar ook nog een sterker aanbod aan te geven en nog meer tailor made naar die technologieën te gaan.

Iris Vanaelst:

Het is belangrijk om te benadrukken dat voor ons de deepdive into business een basis is. Maar het traject is nog lang. Dat zeggen wij hen ook.

Iris Vanaelst:

En, we proberen hen uiteraard daarin maximaal te ondersteunen, ook bijvoorbeeld naar het teamformatie element. Ik denk dat dat ook nog een belangrijk gegeven is om onze teams nog beter te ondersteunen in de formatie en van het aantrekken van verschillende profielen.

Iris Vanaelst:

Want dat blijft toch een uitdaging. Terwijl we weten uit ons eigen onderzoek dat de entrepreneurial teams de make or break kunnen zijn van een business case.

Dorien Leyers:

Hoe moeten ze zich inschrijven, bijvoorbeeld?

Jurgen Joossens:

Ze kunnen zich gewoon aanmelden bij de dienst Valorisatie. We hebben ook valorisatiemanagers die ze ook allemaal kennen. Dat zijn mensen die dagdagelijks met hun samenwerken om hun onderzoek meer maatschappelijk gericht te maken en een economische rentabiliteit te laten krijgen en ze kennen die mensen. Dus ze kunnen die gewoon contacteren en dan komt dat bij ons terecht, dat wij daarop moeten werken.

Dorien Leyers:

Dan wens ik jullie daar nog heel veel succes mee. Dank u wel.

Dorien Leyers:

Fijn dat je naar deze aflevering van Leadership Talks luisterde. Wil je meer informatie over een op maat gemaakte ontwikkelingstraject van AMS? Surf dan zeker naar antwerpmanagementschool.be/connect. Tot snel!

Follow

Chapters

Video

More from YouTube